Kennispublicatie – Mate van zorg Besluit bouwwerken leefomgeving en de zorg

Vanuit de vigerende bouwregelgeving wordt er voor een ‘woonfunctie voor zorg’ onderscheid gemaakt tussen een drietal maten van zorgverlening, te weten: zorg op afspraak, zorg op afroep en 24 uurszorg. Uit de praktijk blijkt dat de in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) aangehouden terminologie omtrent de mate van zorgverlening in de zorgwereld, regelmatig afwijkend worden geïnterpreteerd / toegepast dan beoogd vanuit de bouwregelgeving. Er ontstaan regelmatig discussies over welke mate van zorg aanwezig is binnen een woon-zorggebouw. Zo kan bijvoorbeeld de mate van zorgverlening door de gebruiker worden geclassificeerd als ’24 uurszorg’, terwijl de terminologie omtrent de zorgverlening uit het Bbl beter aansluit bij zorg op afroep. In deze kennispublicatie wordt nader uitgelegd wat de verschillende maten van zorgverlening vanuit de bouwregelgeving inhouden. Tevens worden mogelijke discrepanties in de beoordeling van de mate van zorg toegelicht.   

 

Terminologie uit het Besluit bouwwerken leefomgeving

Het Bbl kent in totaal twaalf (hoofd-)gebruiksfuncties. Eén van deze functies is de woonfunctie.

Onder een woonfunctie wordt in het Bbl verstaan: ‘gebruiksfunctie voor het wonen’.

De woonfunctie is in verschillende afdelingen / paragrafen van het Bbl deels nog weer onderverdeeld in verschillende subgebruiksfuncties. Een subgebruiksfunctie betreft een verdere specificatie van de hoofdgebruiksfunctie. In deze kennispublicatie wordt enkel de woonfuncties voor zorg nader toegelicht:

  • Vanuit het Bbl is een woonfunctie voor zorg gedefinieerd als: ‘[…] een woonfunctie waarbij aan de bewoners professionele zorg wordt verleend met een vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg in een daarvoor bestemde en uitgeruste woonfunctie.’ In zo’n woonfunctie wordt aan bewoners van een zorgclusterwoning of een groepszorgwoning professionele zorg verleend, in de regel op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Overeenkomstig deze definitie en de artikelsgewijze toelichting van het Bbl is mantelzorg niet aan te merken als professionele zorg

 

De van toepassing zijnde (subgebruiks-)functie wordt vanuit de bouwregelgeving bepaald door de aanwezige woonvorm in combinatie met de mate van zorgverlening.

 

Voor woonzorggebouwen zijn twee woonvormen te onderscheiden:

  • Groepszorgwoning: woonfunctie waarbij aan ten minste vijf bewoners professionele zorg wordt verleend met een vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg;

  • Zorgclusterwoning: woonfunctie in een cluster van meer dan drie aan elkaar grenzende woonfuncties voor zorg. Opgemerkt wordt dat de definitie van de term ‘zorgclusterwoning’ in het Bbl gewijzigd is ten opzichte van de definitie vanuit het Bouwbesluit. Vanuit het Bbl dienen de woonfuncties voor zorg zoals aangegeven aan elkaar te grenzen, terwijl dit vanuit het Bouwbesluit niet per se is benodigd. Vanuit het Bouwbesluit is er sprake van een zorgclusterwoning indien de woonfunctie voor zorg is bestemd voor individuele bewoning en in de directe nabijheid van ten minste 4 andere woonfuncties met een soortgelijk zorgaanbod is gelegen (dus vanaf 5 woonfuncties voor zorg). Volgens de artikelsgewijze toelichting is in een woongebouw hiervan sprake indien de woonfuncties voor zorg grenzen aan dezelfde gemeenschappelijke verkeersruimte (galerij of portiek).

 

Er zijn drie verschillende zorgmaten beschreven in het Bbl:

  1. Zorg op afspraak: vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg voor professionele zorgverlening aan de bewoners op afspraak.
    Een voorbeeld van deze mate van zorgverlening is een thuiszorgsituatie. Op afgesproken tijden komt er professionele zorg langs om de bewoner te helpen met dagelijkse zorgtaken. Verder kan deze bewoner zichzelf nog redden (eventueel met mantelzorg). Een voorbeeld hiervan is het verstrekken van medicatie of de thuiszorg welke komt helpen met wassen en aankleden. Er zijn geen specifieke voorzieningen in de woning aangebracht om een zorgoproep te kunnen doen. Deze woonfunctie onderscheidt zich in veel situaties slechts in beperkte mate van een niet voor zorg bestemde woning. 

  2. Zorg op afroep: vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg voor professionele zorgverlening aan de bewoners op afroep.
    Bij zorg op afroep kan de bewoner een zorgverlener op ieder moment van de dag oproepen ten behoeve van een zorgvraag, bijvoorbeeld door middel van een vaste verbinding in de woning naar een zorgcentrale / steunpunt (via bijvoorbeeld een professioneel intercomsysteem). Deze zorgcentrale / steunpunt is zo dicht bij de woning gelegen dat de zorgverlener snel ter plaatse kan zijn, zodat de bewoner geholpen kan worden met de zorgvraag. Vanuit het Handboek Bouwbesluit 2012 wordt zorg op afroep gedefinieerd als ‘niet planbare zorg, waarvan tijdstip afhankelijk is van de wens / noodzaak (bijvoorbeeld hulp bij toiletbezoek), die dagelijks wordt verleend op een signaal van cliënt of partner, via een vaste verbinding naar een zorgcentrale’. De oproep vindt hierbij plaats op de door de cliënt te bepalen momenten. In de nachtelijke uren kan dit in de vorm zijn van een slaapwacht. De slaapwacht wordt immers door de cliënt opgeroepen, wanneer dit nodig is (reactief). Tegenwoordig zijn veel appartementen voorzien van een systeem, waarmee in noodsituaties hulp kan worden opgeroepen (bijvoorbeeld door middel van een alarmknop). Indien dit systeem niet bedoeld is voor het doen van een zorgvraag, zoals bovenstaand omschreven, heeft dit systeem niet een directe relatie met de aanwezige mate van zorgverlening.

  3. 24-uurszorg: vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg voor professionele zorgverlening aan de bewoners gedurende 24 uur per dag.

 

Bij deze mate van zorgverlening is de zorg 24 uur verbonden met de bewoners, middels een in de woning of bij een zusterpost aanwezige zorgmedewerker. Dit zijn bijvoorbeeld verpleeghuizen of andere zorglocaties waarbij cliënten 24 uur per dag zorgbehoevend zijn. Een kenmerk van deze mate van zorgverlening is een wakende zorgmedewerkers in de nachtsituatie.

 

Interpretatie mate van zorg

Zoals aangegeven doen zich in de praktijk situaties voor, waarbij er sprake kan zijn van een discrepantie tussen de interpretaties van de mate van zorgverlening. Indien er bijvoorbeeld sprake is van een permanente personele bezetting met een slaapwacht (in de nachtsituatie) wordt de mate van zorgverlening regelmatig geclassificeerd als ’24-uurs zorg’, terwijl deze classificatie mogelijk niet aansluit bij de zorg die daadwerkelijk geleverd wordt aan de cliënten / bewoners.

 

In het verleden zijn soortgelijke situaties (zorg op afroep vs. 24 uurszorg) door de adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften en de adviescommissie bouwvoorschriften behandeld (advies 1205 en advies 1513). Vanuit deze beoordeling is geconcludeerd dat de permanente aanwezigheid van zorgpersoneel niet impliceert dat bewoners / cliënten 24 uur per dag zorgbehoevend zijn. Aanvullend hierop dient de personele bezetting te zijn afgestemd op 24-uurszorg (nachtdiensten).

 

Belangrijk te vermelden is dat het aan de aanvrager / gebruiker is om de gebruiksfunctie (en de aanwezige mate van zorgverlening) vast te stellen (binnen de terminologie van de bouwregelgeving). De vanuit het publiekrecht gestelde eisen vloeien voort uit het aanwezige gebruik, waarbij de benodigde voorzieningen dienen te zijn afgestemd op de aanwezige doelgroep. In bovenstaand voorbeeld zijn er immers essentiële verschillen in de brandveiligheidsvoorschriften tussen ’24-uurszorg’ en ‘zorg op afroep’, zoals de aanwezigheid van een doormelding en inspectiecertificaat van de brandmeldinstallatie, het type ontruimingsalarminstallatie en de eisen aangaande ‘hulp bij ontruiming’. 

 

Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat de juiste bepaling van de gebruiksfunctie essentieel is. Dit gezien de gebruiksfunctie de van toepassing zijnde wettelijke voorschriften bepaald, met als doel dat de aanwezige voorzieningen aansluiten bij het gebruik en de doelgroep van het (woonzorg-)gebouw

 

Gebruiksmelding verplichting

Weet u dat elke woonfunctie voor zorg vanaf 1 januari 2024 een verplichting heeft tot het doen van een gebruiksmelding? Lees hier meer over in onze eerder opgestelde kennispublicatie: ‘Gebruiksmeldingen & omgevingsvergunning brandveilig gebruik’.

 

Hulp nodig bij het oplossen van uw vraagstukken?

Brafon kan u en uw organisatie helpen bij het vaststellen van de juiste gebruiksfunctie en overige vraagstukken omtrent brandveiligheid. Neem hier contact op met Brafon.

 

Meer weten over gebruiksfuncties

Wilt u meer weten over het Bbl of de verschillende gebruiksfuncties uit het Bbl? Volg dan de opleiding ‘Brandpreventiedeskundige 1’ bij Obex

 

Deze kennispublicatie is opgesteld door Tyrza Plomp

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?