Kennispublicatie: BHV-beleidsplan

Brandveiligheid is een complexe keten van Bouwkundige, Installatietechnische en Organisatorische maatregelen, met ieder zijn eigen specifieke wet- en regelgeving. Deze wet- en regelgeving is niet altijd even duidelijk en eenduidig. Daarnaast kunnen allerlei externe partijen zoals brandweer, gemeenten en leveranciers ook hun eigen (afwijkende/aanvullende) eisen stellen. Het gevolg hiervan is dat er onduidelijkheid ontstaat, er geen uniformiteit is en, het allerbelangrijkste, dit ten koste gaat van de gewenste brandveiligheid.

Binnen de organisaties met meerdere locaties in eigendom/gebruik is het daarom van essentieel belang om alle relevante uitgangspunten vast te leggen in een beleidsplan. Dit kan in een vorm van een integraal beleidsplan waarin de bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen worden vastgelegd. De afspraken aangaande de inrichting van de organisatorische maatregelen kunnen ook in een afzonderlijk BHV-beleidsplan worden opgenomen.

In deze kennispublicatie geven we inzicht in het belang en de inhoud van een BHV-beleidsplan.

 

Het belang van een BHV-beleidsplan

Ten behoeve van kwaliteit en uniformiteit van de bedrijfshulpverleningsorganisatie (BHV-organisatie) is het van groot belang om alle eisen, afspraken en kaders omtrent de inrichting van de bedrijfshulpverlening (BHV) vast te leggen in een beleidsplan. Dit beleidsplan dient te worden vastgesteld (bijvoorbeeld door Raad van Bestuur) waarna het van toepassing is op alle locaties welke in eigendom of gebruik zijn van de werkgever.   

Een BHV-beleidsplan dient ook als basis voor de bedrijfsnood-/ontruimingsplannen binnen de afzonderlijke locaties met als doel om de BHV-organisatie zoveel als mogelijk op basis van dezelfde uitgangspunten in te richten, uiteraard rekening houdend met de locatie specifieke aandachtspunten (maatwerk). BHV-organisaties binnen alle locaties krijgen hiermee als het ware weloverwogen richtlijnen en handvaten om de toegewezen taken (wettelijk en bovenwettelijk zoals uitgeschreven in het beleidsplan) naar behoren te kunnen uitvoeren.

Daarnaast schept een beleidsplan duidelijkheid over de wijze waarop en door wie de BHV-organisatie gefaciliteerd moet worden om de beleidsuitgangspunten op locatieniveau te realiseren. Denk hierbij aan scholing, training en het beschikbaar stellen van middelen (brandblussers, veiligheidshesjes, portofoons etc.).

 

Inhoud van het BHV-beleidsplan

Bij het opstellen van een BHV-beleidsplan is het in eerste instantie belangrijk om een ambitieniveau vast te stellen. Zo kan een organisatie er bijvoorbeeld voor kiezen om het voldoen aan de wet- en regelgeving als basis uitgangspunt aan te houden met een aantal aanvullende bovenwettelijke maatregelen. Een adviseur kan hierbij duidelijkheid bieden, verschillende opties bespreken en de financiële consequenties doorrekenen.

Voorbeeld van een beleidsmatige keuze betreft het aantal op te leiden BHV’ers. Op basis van de Arbowet moet een werkgever zich laten bijstaan door één of meer werknemers die door hem aangewezen zijn als BHV’ers voor de volgende taken (art. 15 lid 2 sub a t/m c, Arbowet):

  • Het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
  • Het beperken en het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
  • Het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of de inrichting.

Daarnaast moeten de BHV’ers zodanig in aantal en hoedanig georganiseerd zijn dat de hierboven genoemde taken naar behoren uitgevoerd kunnen worden. Om hoeveel medewerkers dit gaat, dient door de werkgever zelf te worden bepaald. De basis hiervoor wordt gevormd door de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Een RI&E is vereist op basis van het artikel 5 Arbowet.

Aanvullend op de Arbeidsomstandighedenwet en -regelgeving stelt de bouwregelgeving dat er voldoende aangewezen personen aanwezig moeten zijn om een ontruiming bij brand voldoende snel te laten verlopen (artikel 6.20 lid 1 Bbl). Ook de invulling van dit artikel wordt overgelaten aan de werkgever. Gezien de afwezigheid van concrete voorschriften aangaande het (minimaal) aantal BHV’ers en ontruimers is het aan te raden om hieromtrent voor alle locaties een eenduidig standpunt in te nemen. Een zorgorganisatie dient bijvoorbeeld af te wegen of alle zorgmedewerkers als BHV’ers worden opgeleid of dat dit enkel zorgmedewerkers van een bepaald niveau zijn.

BHV’ers dienen tevens te beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting dat zij deskundige bijstand naar behoren kunnen uitvoeren. Welke opleiding en uitrusting concreet vereist is staat nergens omschreven. Ook hier is het aan de werkgever om dit te bepalen. Denk hierbij aan de inhoud en frequentie van de BHV-scholingen en het aantal en type ontruimingsoefeningen.

Aanvullend is het goed om praktische zaken in het beleidsplan vast te leggen. Denk hierbij aan de frequentie van de toetsing van de bedrijfsnood-/ontruimingsplannen, facilitaire ondersteuning van de BHV’ers en het bijhouden van de administratie. Tevens dient een beleidsplan duidelijkheid te geven over de hiërarchie van rollen binnen de BHV-organisatie samen met bijbehorende taken en verantwoordelijkheden (Hoofd BHV, Coördinator BHV, diverse adviseurs, BHV’ers etc.).

 

Inventarisatie en analyse huidige situatie

Voorafgaand aan het vaststellen van het beleidsplan is het aan te raden om eerst een inventarisatie en analyse van de huidige situatie uit te voeren. De inventarisatie en analyse van de BHV-organisatie bestaat idealiter uit de onderdelen welke omschreven zijn in het onderstaande tabel.

Onderdeel

Toelichting

Documentenonderzoek

Inzichtelijk maken welke afspraken in de huidige situatie reeds vastgelegd zijn omtrent de BHV-organisatie en in hoeverre er bedrijfsnood-/ontruimingsplannen aanwezig zijn.

Gesprekken met betrokkenen
(centraal niveau)

Op basis van gesprekken met de betrokken met centrale functies binnen de organisatie om een beeld te vormen van de inrichting en het functioneren van de huidige BHV-organisatie. Dit kan in een vorm van workshop georganiseerd worden.

Bezoek op locatie (steekproef)

Op basis van locatiebezoeken, afhankelijk van de grootte van de organisatie al dan niet steekproefsgewijs.


Implementatie van het beleidsplan

De resultaten van de uitgevoerde inventarisatie en analyse van de huidige BHV-organisatie moeten afgezet worden tegen de beoogde beleidsuitgangspunten om inzichtelijk te maken welke verbetermaatregelen in de implementatiefase benodigd zijn. Geadviseerd wordt om dit onder de leiding van het Hoofd BHV te organiseren.

Op basis van deze vergelijking kan een plan van aanpak worden opgesteld waarin de doorlooptijd en de praktische afspraken rondom de implementatie worden vastgelegd. De praktijk leert dat er tussen de inventarisatie en analyse van de huidige inrichting van de organisatie en de daadwerkelijke implementatie van het beleidsplan enige tijd kan zitten wegens een groot aantal betrokkenen/belanghebbenden.

Na de vaststelling van het plan van aanpak is het aan te raden om plenaire sessies te organiseren met de betrokkenen van afzonderlijke locaties om het beleidsplan (en de achterliggende gedachte) toe te lichten. Hiermee wordt het voor de betrokkenen binnen verschillende lagen van organisatie inzichtelijk waarom er voor een hernieuwde aanpak is gekozen en wat dit in de praktijk voor deze betrokkenen precies gaat betekenen.

 

Meer over dit onderwerp weten?

Brafon is gespecialiseerd in het opstellen van BHV-beleidsplannen en hierbij horende plannen van aanpak. Mocht u na het lezen van deze kennispublicatie meer informatie willen ontvangen over het opstellen van een BHV-beleidsplan en/of een bijbehorend plan van aanpak, dan kunt u altijd contact met ons opnemen.

 

Nikita Kravets BA
Consultant Brandveiligheid

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?