Er is sprake van een samenvallende vluchtroute als:
- De loopafstand tussen de toegang van de verblijfsruimte en het punt van waaruit in meer dan één richting kan worden gevlucht, meer dan 10 m is
De totale oppervlakte van de besloten ruimte van waaruit slechts in één richting kan worden gevlucht, meer dan 200 m² is, of
- Het aantal aan de enkele vluchtroute gelegen verblijfsruimten meer dan 2 is.
In lid 5 van artikel 6.20 wordt aangegeven dat wanneer er sprake is van zogenaamde samenvallende vluchtroutes, dit gedeelte van het gebouw dient te zijn voorzien van een brandmeldinstallatie met ruimtebewaking. In de ruimte van de samenvallende vluchtweg, aangrenzende verblijfsruimte(n) en ruimtes met een verhoogd brandrisico, dienen automatische rookmelders te worden aangebracht.
De installatie moet voldoen aan de eisen als bedoeld in de NEN 2535.
De detectie bij samenvallende vluchtwegen kan worden gezien als een gelijkwaardige oplossing voor het ontbreken van een tweede vluchtweg. In de praktijk zal een situatie met samenvallende vluchtroutes dan ook zoveel mogelijk moeten worden vermeden.