Deuren waarop meer dan 37 personen zijn aangewezen moeten bij de meeste gebruiksfuncties met de vluchtrichting mee draaien (nieuwbouweis, grenswaarde vanuit het niveau bestaande bouw is 60 personen). Voor een woonfunctie geldt dat deuren, in een gemeenschappelijke vluchtroute naar het trappenhuis, met de vluchtrichting mee moeten draaien (enkel voor nieuwbouw).
Nooddeuren zijn deuren die alleen in geval van nood gebruikt mogen worden. Deze mogen niet als schuifdeur worden uitgevoerd. Reden hiervan is dat een schuifdeur extra onderhoud nodig heeft. Er kan namelijk snel vuil, onkruid of zand op een rails komen waardoor de deur niet open kan. Bij een gewone schuifdeur die dagelijks gebruikt wordt, zal hier dagelijks onbewust controle op zijn.
Verder is aangegeven dat deuren waarop bij het vluchten meer dan 100 personen zijn aangewezen, met een lichte druk of een panieksluiting geopend moet kunnen worden.
Ook zijn voorschriften gegeven voor opschriften op deuren van overdruktrappenhuizen en de buitenzijde van een nooduitgang.
Eisen volgens het bouwbesluit
In artikel 7.12 worden de eisen geformuleerd waaraan deuren in vluchtroutes moeten voldoen. De basiseis is dat deuren in vluchtroutes onmiddellijk over de volledige breedte geopend moeten kunnen worden, zonder dat er een sleutel moet worden gebruikt.
Het kan noodzakelijk zijn, dat tijdens het normale gebruik van het gebouw deuren om diverse redenen op slot moeten zijn. Om aan de eisen van dit artikel te kunnen voldoen zijn diverse oplossingen mogelijk.
Zoals in de regelgeving staat aangegeven, mogen deuren die in een vluchtroute aanwezig zijn niet zodanig zijn afgesloten dat deze met een sleutel moeten worden geopend (artikel 7.12). Bijvoorbeeld bij een deur die met een elektrisch slot is afgesloten. Hier kan een drukknop op worden aangebracht die de voedingsspanning van het slot kan onderbreken, waardoor de deur geopend kan worden. Het slot moet dan zijn uitgevoerd met een zogenaamd ruststroom principe. Bij het uitvallen van de netspanning zal het slot altijd ontgrendelen. Echter kan dit op haar beurt in strijdigheid zijn met de inbraakbeveiliging.
Bij inbraakbeveiliging wil men juist een arbeidsstroom principe toepassen. Bij het uitvallen van de netspanning blijft het slot dan vergrendeld. In dat geval is de deur niet bruikbaar als vluchtdeur. De drukknop om deuren te ontgrendelen, wordt uitgevoerd als een groene handmelder met een breekglaasje en zijn voorzien van het opschrift ‘deurontgrendeling’. Door het toepassen van een breekglaasje in de ontgrendelknop, wordt oneigenlijk gebruik tot een minimum beperkt. Het indrukken van een glaasje verhoogt de drempel.
Oplossingen
Voor mogelijke oplossingen aan deuren in een vluchtroute zijn in de volgende tabel enkele mogelijkheden aangegeven. Wanneer men afwijkt van de prestatie eisen uit het Bouwbesluit, dan dient men dit te overleggen met het bevoegd gezag.
Sluitwijze | Oplossing | Opmerkingen |
Deurklink zonder nachtschoot. | Blindplaat aan buitenzijde. | Geen. |
Kantelkastje (gfs exit control). | Geen. | |
Hangslot. | Grendel met breekbuisje. | Er mogen geen andere sloten op de deur aanwezig zijn. |
Deurklink met nachtschoot. | Knopcilinder. | Geen. |
Paniekslot (meeneemslot). | Geen. | |
Deur met mechanisch codeslot. | Elektrisch bediende sluitkom in combinatie met groene drukknop. | Ruststroom principe (zie boek NVBR). |
Elektrisch deurslot. | Groene drukknop. | Ruststroom principe (zie boek NVBR). |
Zware kleefmagneet. | Groene drukknop, aansturing uit brandmeldcentrale. | Ruststroom principe (zie boek NVBR). |
Kaartlees- en toegangs-controlesysteem. | Groene drukknop, aansturing uit brandmeldcentrale. | Ruststroom principe (zie boek NVBR). |
Deuren op vluchtroute voor >100 personen. | Panieksluiting over volle breedte van de deur met horizontale bediening. | Zie Bouwbesluit artikel 6.25 lid 2 en lid 6. |