Vrije indeelbaarheid betekent dat de ontwerper van een bouwwerk in principe de vrijheid heeft om oplossingen te bedenken die aansluiten bij de wensen van de opdrachtgever en de marktsituatie. De technische bouwvoorschriften in dit besluit zijn er daarom op gericht de voorschriften op een zo hoog mogelijk niveau (aan een zo groot mogelijke bouwkundige eenheid) te stellen. Eén eis aan een eigenschap
van een gebouw is te prefereren boven een aantal eisen aan bouwdelen en één eis aan een bouwdeel is weer te verkiezen boven een aantal eisen aan bouwmaterialen. De aanvrager van de bouwvergunning kan zelf aangeven welk deel van de gebruiksfunctie wordt benoemd als verblijfsgebied. Bestaande bouwwerken kennen geen verblijfsgebieden. Dit heeft te maken met het principe van ‘vrije indeelbaarheid’. Doordat een bestaand gebouw al is ingedeeld in verblijfsruimten, is de vrije indeelbaarheid niet meer van belang. Bij een verbouwing moet daarentegen wel worden uitgegaan van een indeling in verblijfsgebieden. Volgens het Bouwbesluit 2012 mag er geen verkeersruimte liggen in een verblijfsgebied. Dit betekent echter niet dat er in een verblijfsgebied geen hal of gang aanwezig mag zijn. Zo’n hal of gang kan dan niet worden aangemerkt als een verkeersruimte volgens het Bouwbesluit 2012. Door zo’n gang of hal voert dan wel
een verkeersroute, die is gelegen in een verblijfsgebied.