Een norm is een document waarin afspraken tussen verschillende partijen, commissies, personen etc. zijn opgenomen c.q. vastgelegd. Normalisatie is het – met inspraak van alle belanghebbende groeperingen – opstellen
en toepassen van regels (normen) om eenheid te scheppen. Normalisatie maakt het mogelijk om bijvoorbeeld materialen op brandbaarheid met elkaar te vergelijken. Normen worden in Nederland uitgegeven door het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN).
Vanuit de bouwregelgeving wordt voor bepalingsmethoden naar normen verwezen om aan te geven hoe aan een prestatie-eis kan worden voldaan. Wanneer moet er aan een norm worden voldaan? Een norm heeft zelf geen wettelijke status, maar dient vanuit een wet worden aangestuurd. Zo wordt er via het Bouwbesluit naar verschillende normen verwezen. Het Bouwbesluit wordt via de Woningwet aangestuurd. Hierdoor krijgen de normen, waarnaar wordt verwezen, een wettelijke status.
Er zijn drie mogelijkheden om een norm te publiceren, namelijk in de vorm van een:
- NEN: Nederlandse Norm
- NPR: Nederlandse Praktijkrichtlijn
- NVN: Nederlandse Voornorm.
Het streven is om de normen, als NEN of NEN-EN, te presenteren. In wetten en verordeningen wordt namelijk op rond van de uitvoering van deze normvorm, alleen naar een NEN of NEN-EN verwezen. In een toelichting op deze wettelijke
regelingen mag wel verwezen worden naar de NPR’s of NVN’s. Naast normalisatie op nationaal niveau, wordt er ook op Europees en wereldniveau normalisatie verricht. Dit gebeurt door:
- ISO (International Standarisation Organisation) op mondiaal niveau.
- CEN (Comité Européen de Normalisation) op Europees niveau.
Het internationale normalisatiewerk gaat een steeds grotere rol spelen. In 1992 zijn de handelsbelemmeringen tussen de EG-landen verdwenen en is een vrij vervoer van goederen en personen mogelijk. Dit leidt tot uniforme Europese normen op het gebied van beproeven van onder andere bouwmaterialen, bouwconstructies, inventarisgoederen en installatieonderdelen.
Indeling in bepalingsmethoden
De bepalingsmethoden die betrekking hebben op de brandveiligheid, kunnen worden ingedeeld in twee groepen; te weten:
- Methoden waarmee het gedrag van materialen kan worden bepaald.
Verschijnselen met betrekking tot de eerste ontwikkeling van brand en de rookproductie. - Methoden waarmee het gedrag van constructies kan worden bepaald. Wanneer een brand ontwikkeld is, moet het gedrag van een constructie voldoende brandveilig zijn. Gedurende een bepaalde tijd moet worden voorkomen dat een brand zich kan uitbreiden of de rook zich kan verspreiden buiten respectievelijk de brand en/of subbrandcompartimenten.
?De brandveiligheid van het gedrag van een materiaal of constructie, kan worden bepaald op een experimentele wijze, met behulp van een proef, of op een rekenkundige manier.
Een bepalingsmethode moet eenduidig zijn. Dit betekent dat bijvoorbeeld de uitkomst van een brandproef, niet afhankelijk mag zijn van toevallige omstandigheden of een subjectieve beoordeling. Daarom worden de voorwaarden, waaronder de proef moet worden uitgevoerd, voorgeschreven in de desbetreffende norm. De voorwaarden kunnen betrekking hebben op de monstername, de te gebruiken meetinstrumenten, de proefopstelling en het verwerken van de resultaten.
Bepalingsmethoden die betrekking hebben op het gedrag van materialen, en:
- Waarmee het ontstaan van brandgevaarlijke situaties kan worden voorkomen:
– NEN 6061, stookplaatsen;
– NEN 6062, afvoerkanalen;
– NEN 6063, daken;
– EN ISO 1182, Beproeving van het brandgedrag van bouw- en transportproducten. - Waarmee een snelle uitbreiding van brand en ontwikkeling van rook kan worden voorkomen:
– NEN-EN 13501, brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen.?
Bepalingsmethoden die betrekking hebben op het gedrag van bouwconstructies, en:
- Waarmee de brandwerendheid van bouwconstructies kan worden bepaald en/of de uitbreiding van brand kan worden voorkomen:
– NEN 6068, de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten;
– NPR 6091, een praktische richtlijn waarmee brandoverslag kan worden bepaald;
– NEN 6069, de experimentele bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen;
– NEN-EN 1992-1-2 + C1, ontwerp en berekening van betonconstructies bij brand;
– NEN-EN 1993-1-2 + C2, ontwerp en berekening van staalconstructies bij brand;
– NEN-EN 1995-1-2 + C2, ontwerp en berekening van hout constructies bij brand;
– NEN-EN 1366-1: bepaling van de brandwerendheid van installaties –
Deel 1:Ventilatiekanalen;
– NEN-EN 1366-2: bepaling van de brandwerendheid van installaties –
Deel 2: Brandkleppen;
– NEN-EN 1366-3 bepaling van de brandwerendheid van installaties – Deel 3:
Afdichtingen voor doorvoeringen. - Waarmee de verspreiding van rook kan worden voorkomen:
– NEN 6075, bepaling van de weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten.
Bouwbesluit en normen
In het Bouwbesluit wordt regelmatig verwezen naar normen om te bepalen of aan een voorschrift wordt voldaan. Het Bouwbesluit kent drie soorten verwijzingen naar NEN normen:
- Verwijzingen naar inhoudelijke voorschriften in (een deel van) een NEN.
In een aantal gevallen wordt afgeweken van de algemene regel dat de grenswaarde van een voorschrift in het Bouwbesluit zelf wordt gegeven. Er wordt dan volstaan met een verwijzing naar de voorschriften in (een deel van) een NEN. De reden daarvoor is een praktische; het gaat in die gevallen om eisen die te gedetailleerd en te uitgebreid zijn om in het Bouwbesluit zelf te omschrijven. - Verwijzingen naar begrippen die in normen zijn gedefinieerd en omschreven.
Het Bouwbesluit verwijst ook naar de NEN als het gaat om definiëringen en omschrijvingen van begrippen. Een voorbeeld hiervan is de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag zoals bedoeld in NEN 6068. - Verwijzingen naar bepalingsmethoden, in relatie tot grenswaarden die in het Bouwbesluit onderdeel van de prestatie-eisen vormen.
Bij de, in het Bouwbesluit gegeven grenswaarde van een prestatie-eis, hoort een bepalingsmethode die veelal in een NEN is opgenomen. Grenswaarde en bepalingsmethode vormen samen een prestatie-eis. Dit betekent dat er vanuit het Bouwbesluit veel wordt verwezen naar de bij de gegeven grenswaarde horende bepalingsmethode in een bepaalde NEN. In het Bouwbesluit wordt direct naar circa 76 normen verwezen.