Op het gebied van testen op brandwerendheid gelden in Nederland 2 normen: de ‘oude’ NEN 6069 en de nieuwe Europese Norm NEN-EN 1634-1. Laatstgenoemde is de norm die als nieuwe standaard zal gaan gelden. Na een overgangsperiode zal uitsluitend NEN-EN 1634-1 geldig zijn. De nieuwe productstandaard voor veiligheidsproducten
Ten opzichte van de oude norm, is de testmethode van de nieuwe NEN-EN 1634-1 beduidend zwaarder. De belangrijkste verschillen zijn:
- De oventemperatuur wordt gemeten met een plaatthermokoppel (in plaats van draadthermokoppel). Door te meten met een plaatthermokoppel is de belasting, met name in de eerste 10 minuten van een brandproef, vele malen groter dan bij een draadthermokoppel. De constructie krijgt dus, met name in het begin, een veel zwaardere technische belasting (de cruciale minuten).
- De ovendruk is groter, de constructie wordt hierdoor blootgesteld aan een zwaardere belasting.
- Naast de vlamdichtheid (E), worden ook de volgende waarden gemeten:
–De thermische isolatie op temperatuur (I); de temperatuur (in graden). Het meten van deze waarde is van belang vanwege de spontane ontbranding die kan ontstaan bij producten die in verbinding staan met de constructie (een plant, bureau, gordijnen, enzovoorts).
–De thermische isolatie op warmtestraling (W); de hoeveelheid warmte (energie) die van een constructie straalt. Deze waarde is van belang voor eventuele spontane ontbranding van omgevingsmaterialen.
De overstap naar de Europese norm heeft één belangrijke consequentie: de deurenindustrie heeft aanpassingen moeten doen in deurconstructies. De bestaande/oude constructies zijn simpelweg niet in staat te voldoen aan de nieuwe beproevingsmethode. Speciale vullingen, onbrandbare regels, verschillende opschuimende materialen; een brandwerende deur is inmiddels een complex product geworden. Volgens de Europese norm kunnen 60 minuten brandwerende deuren niet meer gecertificeerd zijn in een deurdikte van 40 mm, maar moet deze deurdikte 54 mm bedragen.