Voor de brandbeveiligingsinstallaties is het wenselijk om een logboek bij te houden. Daarin dienen alle gegevens, handelingen en werkzaamheden worden vermeld. Ieder systeem moet over zijn eigen logboek beschikken. Als een logboek goed wordt bijgehouden, kan daarmee altijd een overzicht worden verkregen met betrekking tot het functioneren van de desbetreffende installatie. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld regelmatig terugkerende, storende invloeden worden gelokaliseerd.
Gebouwen logboek
De gebruiker van een gebouw moet aantonen dat bij wet geëiste installaties ook daadwerkelijk worden gecontroleerd en onderhouden. In artikel 1.16 en 1.17 is deze eis vastgelegd voor installaties en bijvoorbeeld een brandwerende behandeling van een constructieonderdeel. Men kan met een gebouwenlogboek gemakkelijk en overzichtelijk aantonen dat controle en onderhoud systematisch worden uitgevoerd. Hoofdstukken in een gebouwenlogboek kunnen zijn:
- Vergunningen
- Brand– en rookwerende scheidingen
- Brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie
- Voorzieningen aan deuren
- Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding
- Rookbeheersingssysteem
- Brandslanghaspels en de daarbij behorende pompinstallaties
- Draagbare en verrijdbare blustoestellen
- Automatische brandblusinstallaties
- (Brandweer) liftinstallatie
- Droge blusleiding en de bijbehorende pompinstallatie
- Communicatiesysteem voor de hulpverleningsdiensten
- Ontruimingsplan en verslagen van ontruimingsoefeningen
- Aanvullende behandeling van materialen
- Feestversieringen
- Gelijkwaardige oplossingen
- Aanvalsplan brandweer / bluswatervoorziening
- Elektrische installatie
- Roltrappen / rolpaden
- Ontruimingsplan
- Verslag van ontruimingsoefeningen.