De in het Bouwbesluit gegeven voorschriften zijn zoveel mogelijk geformuleerd in prestatievoorschriften. Deze zijn gebaseerd op functionele omschrijvingen (voorschriften). In veel situaties worden grenswaarde en bepalingsmethode voorgeschreven om aan deze prestatie-eis te kunnen voldoen.
De bouwpraktijk heeft echter uitgewezen dat bij het ontwerpen van een gebouw of een onderdeel daarvan, niet altijd kan worden gekozen voor een bouwkundige oplossing die voldoet aan één of meerdere voorschriften van het Bouwbesluit. Om deze en andere redenen kan voor een oplossing worden gekozen die niet voldoet aan één of meerdere voorschriften van het Bouwbesluit. Wanneer wordt afgeweken van de gegeven voorschriften van het Bouwbesluit, kan men in het kader van de bouwaanvraag een beroep doen op de gelijkwaardigheidbepaling. De gelijkwaardigheidbepaling is gegeven in artikel 1.3 van het Bouwbesluit. In dit artikel is beschreven dat niet hoeft te worden voldaan aan een brandveiligheidsvoorschrift, indien op een andere wijze dezelfde mate van brandveiligheid wordt gerealiseerd als beoogd met het betrokken voorschrift.
De gelijkwaardigheid mag ook voor meerdere voorschriften gelden. Verder geldt dat de gekozen gelijkwaardige oplossing, indien overwegingen uit andere afdelingen in een voorschrift zijn verweven, niet strijdig mag zijn met de in de andere afdelingen van het Bouwbesluit gegeven voorschriften. Artikel 1.3 is van toepassing op zowel nieuwbouw, verbouw als bestaande bouw.
Gelijkwaardige brandveiligheid
Naast de, in het Bouwbesluit, gegeven voorschriften voor gelijkwaardigheid, kent het Bouwbesluit ook voorschriften voor gelijkwaardige brandveiligheid. Het gaat dan om bouwwerken die met grenswaarden buiten de reikwijdte van het Bouwbesluit vallen, zoals hoge of ondergrondse gebouwen (afdeling 2.14).
Voor dergelijke bouwwerken zijn in het Bouwbesluit geen prestatie-eisen omschreven en moet worden uitgegaan van de stuurartikelen. Met de stuurartikelen is vastgesteld dat te allen tijde een voldoende mate van brandveiligheid wordt gewaarborgd. Het doel van deze voorschriften is een brandveiligheidsniveau te realiseren dat minimaal gelijkwaardig is aan het brandveiligheidsniveau dat wordt bedoeld met de voorschriften binnen de reikwijdte van het Bouwbesluit.
Gelijkwaardigheid aantonen
De toepassing van een sprinklerinstallatie is een veelgebruikte gelijkwaardige oplossing voor het kunnen vergroten van het brandcompartiment. Wanneer bij een bouwwerk voor gelijkwaardigheid wordt gekozen, zal de aanvrager van de omgevingsvergunning moeten aantonen dat met die gekozen gelijkwaardige oplossing, het bouwwerk nog steeds voldoet aan de doelstelling en het niveau van de prestatie-eis waarvan wordt afgeweken. Met andere woorden: de oplossing die de aanvrager kiest, moet gelijkwaardig zijn aan het niveau van de betreffende prestatie-eis. De wijze waarop dit wordt aangetoond kan voor iedere gelijkwaardige oplossing verschillend zijn en kan tevens per gemeente verschillen. Om ervoor te zorgen dat de procedure voor het aantonen van een gelijkwaardige oplossing zo soepel mogelijk verloopt, is het aan te raden te werken met het stappenplan voor het aanvragen en goedkeuren van een gelijkwaardige oplossing. Het college van burgemeester en wethouders dient de gelijkwaardigheid te accepteren.
Stappenplan voor het aanvragen en goedkeuren van gelijkwaardige oplossingen
- Ontwerp een gelijkwaardige oplossing. Geef aan om welke reden van de prestatie-eis wordt afgeweken (esthetica, bouwtechnisch e.d.).
- Motiveer waarom de gelijkwaardige oplossing voldoet. Toon aan dat met de gekozen oplossing wordt voldaan aan de doelstelling en het niveau van de prestatie-eis(en) waarvan wordt afgeweken en nog steeds wordt voldaan aan de functionele eis. Dit kan met bijvoorbeeld:
- Rapporten van onafhankelijke onderzoeksinstellingen;
- Rapporten met onderbouwd, wetenschappelijk onderzoek;
- Rapporten met berekening(en) conform een door de overheid erkend model (zie ministeriële regeling van het Bouwbesluit);
- Rapporten van adviesbureaus.
- Pleeg vooroverleg met Bouw- en Woningtoezicht en/of brandweer. Op deze wijze kan de aanvrager vooraf te weten komen of de gelijkwaardige oplossing wordt geaccepteerd en op welke wijze hij wordt geacht aan te tonen dat de oplossing voldoet.
- Dien de vergunningsaanvraag in:
- Vraag schriftelijk toestemming om de gekozen gelijkwaardige oplossing uit te voeren.
- Motiveer schriftelijk waarom met de gelijkwaardige oplossing ten minste wordt voldaan aan de doelstelling en het niveau van de prestatie-eis waarvan wordt afgeweken.
- Voeg de bewijsstukken bij (rapporten e.d.).
- Toetsing bouwvergunning door B en W:
- Beoordeel of de gelijkwaardige oplossing niet strijdig is met voorschriften uit andere afdelingen van het Bouwbesluit, Activiteiten besluit en/of bijbehorende NEN– en NEN-EN normen.
- Beoordeel of de gelijkwaardige oplossing ten minste voldoet aan de doelstelling(en) en het niveau van de prestatie-eis(en) waarvan wordt afgeweken en blijft voldoen aan de functionele eis(en).
- Raadpleeg zo nodig de brandbeveiligingsconcepten als referentie.
- Beoordeel de gelijkwaardige oplossing ook op de veiligheid voor de brandweer tijdens een brandweerinzet en de handhaafbaarheid.
- Verlenen of weigeren van de vergunning
Indien B en W kan instemmen met de aangedragen gelijkwaardige oplossing, moet dit in de bouwvergunning kenbaar worden gemaakt. Indien de vergunning wordt geweigerd, omdat het college van B en W niet met de gelijkwaardige oplossing instemt, zal dit schriftelijk gemotiveerd moeten worden. De aanvrager kan bezwaar maken tegen het genomen besluit van het college.