Veel eisen van het bouwbesluit zijn gebaseerd op oppervlaktematen, zoals bij brandcompartimenten. Om te kunnen bepalen of een gebouw voldoet aan de eisen van het bouwbesluit, is het noodzakelijk de berekening van deze oppervlakten eenduidig vast te stellen. De gebruiksoppervlakte wordt bepaald volgens NEN 2580. De gebruiksoppervlakte, ook wel afgekort met “GO”, is de bruikbare vloeroppervlakte geschikt voor het beoogde gebruik. Dit is in feite het totale vloeroppervlak tussen de omsluitende wanden (gevels) van de gebruiksfunctie, minus de vaste obstakels van enige omvang, zoals:
- Dragende binnenwanden
- Vloeroppervlakten met een vrije hoogte kleiner dan 1,5m (de vloer onder een trap, of hellingbaan telt wel mee)
- Een trapgat, liftschaft of vide, indien de oppervlakte daarvan > 4m2
- Een vrijstaande bouwconstructie, niet zijnde een trap en een leidingschacht, indien de horizontale doorsnede daarvan groter is dan 0,5 m2