Kennispublicatie: Juiste zienswijze inzake rookwerendheid van deuren

De verbouwvoorschriften inzake rookwerendheid van deuren biedt ruimte voor verschillende interpretaties. Dat ondervonden wij de afgelopen maanden nadat wij, namens een van onze relaties, met de desbetreffende Veiligheidsregio niet tot overeenstemming konden komen. Nadat Brafon en de Veiligheidsregio beide een zienswijze hadden ingediend bij de Adviescommissie Toepassing en Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften (ATGB), stelde de ATGB dat de zienswijze van Brafon een juiste is. Na overleg en verdere onderbouwing heeft de Veiligheidsregio de zienswijze van Brafon uiteindelijk ook geaccordeerd. Omdat blijkbaar veel onduidelijkheid heerst over dit onderwerp, lichten we de zienswijze, zoals deze door het ATGB is beoordeeld, graag toe. 

 

Uitvraag

Moeten deuren in bestaande brandscheidingen, die opgewaardeerd moeten worden om te voldoen aan de geldende voorschriften op gebied van brandwerendheid, ook rookwerend worden uitgevoerd op basis van artikel 2.95 lid 2 Bouwbesluit 2012? Dat was de vraag waarover de discussie is gegaan.  Brafon stelde dat dit niet vereist is, omdat deurbladen en kozijnen behouden/opgewaardeerd konden worden, de Veiligheidsregio was van mening dat het benoemde artikel ook voorschreef dat deze deuren bij een verbouwactiviteit niet enkel op gebied van brandwerendheid hersteld moesten worden, maar ook op gebied van rookwerendheid. 

 

Uitgangspunten Brafon

Op basis van de artikelsgewijze Nota van toelichting, behorende bij artikel 2.95 lid 2 Bouwbesluit 2012, kan worden geconcludeerd, dat bij een verbouwactiviteit de eis inzake rookwerendheid bij deuren enkel geldt wanneer de deuren vervangen moeten worden. Deze benadering ligt in lijn met artikel 4 Woningwet. Deze demarcatie leidt ertoe dat constructieonderdelen gefaseerd aan de vigerende nieuwbouwvoorschriften (m.b.t. art. 2.94b lid 4) zullen voldoen.

Belangrijk hierbij is dat het vaststellen van de hoeveelheid rook die door een deur wordt ‘gedrukt’ ten tijde van brand niet met een berekeningsmethodiek te bepalen is. Enkel met een test (het beproeven van een deur-/kozijnconstructie op basis van NEN-EN 1634-3) is dit vast te stellen. De ‘Richtlijn brandwerendheid puiconstructies 2021’ geeft aan dat er nog geen herstelmogelijkheden zijn om een bestaande deur-/kozijnconstructie aannemelijk te laten voldoen aan de nieuwbouwvoorschriften op gebied van rookwerendheid, zoals de NEN 6075 dit voorschrijft. 

 

Bestaande bouw

Deuren in bestaande bouwwerken hoeven niet rookwerend te zijn, een Ra of een R200 criterium wordt niet voorgeschreven vanuit de bestaande bouw regelgeving. Dit betekent dat binnen alle bestaande bouwwerken (vergund voor 1 juli 2021) in Nederland in beginsel deuren zijn toegepast die wel brandwerend, maar niet rookwerend zijn. Bij een verbouwactiviteit zou dit betekenen dat in deze situaties alle deuren te allen tijde vervangen moeten worden, gezien de benoemde richtlijn (nog) niet voorziet in een beoordeling op rookwerendheid (rookdoorlatendheid). Deze zienswijze zou leiden tot een enorme kostenpost voor gebouweigenaren (niet alleen met betrekking tot deze casus), die veelal noodzakelijkerwijs moeten verbouwen omdat in oudere gebouwen de benoemde deuren niet meer voldoen aan de gestelde eisen die vanuit het niveau bestaande bouw worden voorgeschreven (inzake brandwerendheid). 

Conclusie

Indien een bestaande (brandwerende) deur met aanpassingen aan de vanuit de omgevingsvergunning activiteit bouwen voortvloeiende brandwerendheidseis en het Bouwbesluit (inzake brandwerendheid) kan voldoen, is de “nieuwe” eis inzake rookwerendheid alleen van toepassing op een deur, als die deur zelf onderwerp van verbouwing is. Een deur die hersteld moet worden, zonder dat deze vervangen hoeft te worden om te voldoen aan de vereisten op gebied van brandwerendheid, is conform artikel 4 Woningwet geen onderdeel van de verbouwing.

Bij het geheel vervangen van de deur zal de deur na de vervanging inderdaad aan het rookwerendheidscriterium moeten voldoen. Als het kozijn geen onderwerp van vervanging is geldt dat niet voor het kozijn. Het gaat dus niet om de aansluiting tussen de deur en het kozijn. Kortom, het deurvlak zelf moet rookdicht zijn. De aansluiting moet hierbij alleen worden meegenomen als het kozijn onderwerp van verbouwen is, of als dan niet het geval is, voor zover het voldoen aan de eis niet dwingt tot verbouwing van het kozijn. 

Het volledige advies van de ATGB vindt u via deze link.  

 

Heeft u ook vragen?

Brafon  kan u middels een gedegen maatwerkadvies adviseren en ondersteunen. Wilt u meer informatie over bouwkundige ontwikkelingen? Volg dan ook de opleiding Specialist Bouwkundige Brandveiligheid bij zusterorganisatie Obex Opleidingen. 

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?