Bouwregelgeving

De bouwregelgeving in Nederland kent zijn oorsprong halverwege de 19e eeuw en heeft in de afgelopen 150 jaar een flinke ontwikkeling meegemaakt. Tot op de dag van vandaag staat de bouwregelgeving nog steeds voor veranderingen. Op deze pagina wordt de geschiedenis van de bouwregelgeving weergegeven, maar ook de huidige situatie. Hoe verhouden wetten, regelingen en normen zich tot elkaar.

Geschiedenis Bouwregelgeving

Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen, is hieronder in het kort, de geschiedenis opgenomen. Eind 19e eeuw nam de bevolkingsgroei in de steden door de industriële revolutie sterk toe. Veel arbeiders woonden in snel gebouwde krottenwijken, met slechte tot geen voorzieningen. Door de uitbraak van een choleraepidemie, die niet alleen beperkt bleef tot de arbeiders maar ook de beter bedeelden trof, drong het besef door dat er iets gedaan moest worden. Ook besefte men zich steeds meer dat als de arbeiders goede woningen hadden, ze beter werk leverden. In 1853 is er een rapport gemaakt “Kort verslag aan de Koning, over de vereisten en inrichting van arbeidswoningen”. Dit rapport wordt gezien als de eerste aanzet tot de wet- en regelgeving over het bouwen van woningen. In 1901 is door het kabinet Pierson “de Woningwet als Nederlandse” ingevoerd. Deze is op 1 augustus 1902 in werking getreden. Het doel van de Woningwet was om de bouw van slechte woningen onmogelijk te maken en de bouw van goede woningen te bevorderen. De aandachtspunten in de Woningwet voor het bouwen van woningen waren:

  1. Weersbestendigheid;
  2. Bezonning;
  3. Luchtverversing;
  4. Water toe- en afvoer.

Iedere gemeente moest beschikken over een Gemeentelijke Bouwverordening. Het stond iedere gemeente echter vrij om hier eigen invulling aan te geven. Dit leidde tot grote verschillen tussen de eisen van de verschillende gemeenten. Om deze onderlinge verschillen aan banden te leggen, werd in 1933 door Gedeputeerde Staten een Model bouwverordening beschikbaar gesteld. Gemeenten konden zich hieraan conformeren of als basis voor de Gemeentelijke bouwverordening gebruiken. Veel gemeenten hielden er echter veel eigen eisen op na.

De noodzaak van het uniformeren van bouwregelgeving, werd duidelijk door de Wederopbouwwet van 1950 en de behoefte aan de bouw van soortgelijke woningen in verschillende gemeenten. Door de verschillende eisen per gemeente bleken gelijke woningen lastig te realiseren. In 1965 werd de eerste uitgave van de Modelbouwverordening gepubliceerd zoals we deze tot op de dag van vandaag nog kennen. De Modelbouwverordening werd, en wordt nog steeds, door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) uitgegeven. Veel gemeenten namen echter nog steeds eigen eisen op, waardoor de verschillen in eisen tussen de gemeenten bleven bestaan. 

Het Kabinet Lubbers I maakte een start met het Actieprogramma deregulering van de (woning)bouwregelgeving. Hierdoor werd in 1983 het idee geboren om de bouwvoorschriften, die waren omschreven in de Gemeentelijke bouwverordeningen, op te nemen in een landelijke AMvB, het Bouwbesluit. Hierdoor zouden de bouwkundige eisen landelijk worden georganiseerd en zou er een einde komen aan de onderlinge verschillen per gemeenten.

Het Bouwbesluit

Op 1 oktober 1992 is Bouwbesluit fase 1 van kracht gegaan en kwam er een einde aan de onderlinge verschillen per gemeenten. Op 1 januari 2003 is Bouwbesluit fase 2 van kracht geworden. Dit is de versie waarmee tot op de dag van vandaag wordt gewerkt. Wel zijn er inmiddels diverse wijzigingen doorgevoerd. De Modelbouwverordening uit 1965 werd aangepast, hierin stonden alleen nog de eisen over de brandveiligheid voor het brandveilig gebruik. Alle bouwkundige eisen waren per slot van rekening opgenomen in het Bouwbesluit. Doordat de eisen voor het brandveilig gebruik nog steeds gemeentelijk bepaald konden worden, bleven er onderlinge verschillen in eisen voor brandveilig gebruik. Om hieraan een einde te maken is er een AMvB opgesteld waarin de eisen voor het brandveilig gebruik zijn opgenomen, het ‘Gebruiksbesluit’. Het Gebruiksbesluit is op 1 november 2008 in werking getreden.

Vanaf dat moment kwam er een einde aan de verschillende eisen voor de brandveiligheid tussen de diverse gemeenten. Vanaf dat moment waren de brandveiligheidseisen opgenomen in: 

  1. Bouwbesluit 2003 met de daarmee samenhangende ministeriële regeling;
  2. Het besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit);
  3. Paragraaf 2 van het Besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels;
  4. De 418 gemeentelijke bouwverordeningen.

In het kader van het vergroten van de samenhang binnen de bouwregelgeving, het verminderen van de regeldruk met zo’n 30 %, het verbeteren van de toegankelijkheid en de harmonisatie met de Europese regelgeving, zijn de genoemde documenten samengevoegd tot één AMvB, het Bouwbesluit 2012. Net als het Bouwbesluit 2003 is de versie van 2012 voorzien van een ministeriële regeling. Middels een veegbesluit zijn er voor de inwerkingtreding van de gepubliceerde versie van het Bouwbesluit 2012 wijzigingen doorgevoerd. Het Bouwbesluit 2012 is in werking getreden op 1 april 2012.

Disclaimer:
Dit artikel is geschreven ten tijden van het Bouwbesluit 2012. Dit artikel moet nog aangepast worden aan het nieuwe Besluit Bouwwerken Leefomgeving 

Heb je nog VRAGEN?

ADRES

OPENINGSTIJDEN

Zoeken
Sluit dit zoekvak.