Brandweer

In een aantal gevallen is er een verplichte adviesrol voor de veiligheidsregio. Het gaat hierbij in ieder geval om inrichtingen waar vuurwerkopslag plaatsvindt. Daarnaast moet de veiligheidsregio in de gelegenheid gesteld worden advies uit te brengen bij inrichtingen die onder de werking van Bevi of Brzo 1999 vallen.

  • In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) worden, in de vorm van grenswaarden, eisen gesteld aan de externe veiligheid van een inrichting. Onder externe veiligheid wordt verstaan; de veiligheid van een ieder die niet deelneemt aan de betreffende activiteit. In de praktijk zijn dit meestal omwonenden van een bepaald bedrijf. In het besluit wordt voor inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, het risico vastgelegd dat zij ten hoogste mogen veroorzaken.
  • Het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999) vindt zijn grondslag niet alleen in de Wet milieubeheer, maar is tevens gebaseerd op de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet op de veiligheidsregio en de Wet rampen en zware ongevallen. In het Brzo 1999 worden veiligheidseisen gesteld aan bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken.

De brandweer adviseert het bevoegd gezag over het toezicht houden op en het handhaven van, de regels voor brandveiligheid uit het Activiteitenbesluit. Het gaat dan vooral om regels met betrekking tot de veiligheid van de opslag van gevaarlijke stoffen. Bijvoorbeeld de brandwerendheid van de opslagvoorzieningen.

Bij een milieuvergunning kan de brandweer ook om advies worden gevraagd vanwege de specialistische kennis op het gebied van brandveiligheid. Denk hierbij aan brandrisico’s en brandveiligheid, brandbeveiligingssystemen, de samenhang van de brandbeveiligingsmaatregelen en de praktische invulling hiervan.
Naast de controle- of adviestaak, heeft de brandweer bij een milieuvergunning ook een signaalfunctie voor de repressieve dienst. Bij een brand in een gebouw met gevaarlijke stoffen, al de brandweer moeten kunnen optreden. De brandweer moet bij een controle kunnen inschatten of de repressieve dienst bij een inzet veilig kan optreden. Als bijvoorbeeld bij een controle van een gebouw wordt geconstateerd dat er gasflessen opgeslagen zijn, zal hij dit moeten terugkoppelen naar de  afdeling preparatie. Dit om te controleren of dit al bekend was en of dit ook is verwerkt in een aanvalsplan.

Veiligheidsregio’s

Om de regionale rampenbestrijding en crisisbeheersing te verbeteren, heeft het kabinet besloten tot de oprichting van veiligheidsregio’s. Daarin werken brandweer, politie, geneeskundige- en gemeentelijke diensten samen om de hulpverlening te coördineren en de crisis of ramp goed het hoofd te kunnen bieden. Er zijn momenteel 25 veiligheidsregio’s in Nederland.

Bestuur van de veiligheidsregio

De veiligheidsregio wordt geleid door alle burgemeesters uit de regio. De voorzitter is de burgemeester die is aangewezen als korpsbeheerder. In het wetsvoorstel is het bestuur verantwoordelijk voor een goede organisatie van de rampen- en crisisbeheersing in de regio. Het bestuur wordt ondersteund door de korpschef van politie, de regionaal geneeskundig functionaris, de regionale brandweercommandant en de coördinator veiligheid van de gemeenten.

Disclaimer:
Dit artikel is geschreven ten tijden van het Bouwbesluit 2012. Dit artikel moet nog aangepast worden aan het nieuwe Besluit Bouwwerken Leefomgeving 

Heb je nog VRAGEN?

ADRES

OPENINGSTIJDEN

Zoeken
Sluit dit zoekvak.