Kennispublicatie: Beoordeling brandwerendheid deuren

Vanuit de bouwregelgeving worden er eisen gesteld aan de brandcompartimentering van een gebouw. Brandcompartimentering is noodzakelijk om een brand beheersbaar te houden. Door gebruik te maken van brandcompartimentering wordt voorkomen dat brand zich uitbreidt over een te groot oppervlak. 

 


Afbeelding 1: Brandcompartiment

 

Een brandcompartiment kan pas als brandcompartiment functioneren als aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment (WBDBO) is voldaan. Brandoverslag betekent in dit verband de uitbreiding van brand via de buitenlucht, terwijl met branddoorslag wordt bedoeld de branduitbreiding via de binnenlucht door een constructieonderdeel heen. De WBDBO geeft hierbij de kortste tijd aan, die een brand nodig heeft om zich van een brandcompartiment naar een ruimte gelegen buiten het brandcompartiment uit te kunnen breiden. Deze eis wordt uitgedrukt in minuten en kan variëren tussen 20, 30 en 60 minuten.

Als gevolg van deze WBDBO-eis dienen scheidingsconstructies veelal brandwerend te worden uitgevoerd, waarbij deuren gelegen in deze scheidingen tevens aan de gestelde brandwerendheidseis moeten voldoen. De beoordeling van de brandwerendheid van bestaande deuren kan lastig zijn. Een goedkeuring is alleen te geven op deuren die voorzien zijn van een certificaat/testrapport en overeenkomstig de testopstelling zijn gemonteerd. De ervaring is echter dat deze certificaten en testrapporten voor deuren in bestaand vastgoed nagenoeg altijd ontbreken.

Moeten bestaande deuren zonder aanwezigheid van een certificaat worden vervangen of kan de brandwerendheid van deze deuren op een alternatieve wijze worden onderbouwd?

In deze kennispublicatie gaan wij hier nader op in.

 

Afbeelding 2: Brandwerende deur (image.webp (1024×768) (asphalia.nl)

 

Richtlijn voor beoordeling mate van brandwerendheid bestaande puiconstructies (RvB-methodiek)

Om de brandwerendheid van bestaande deuren te kunnen beoordelen is door het Rijksvastgoedbedrijf de Richtlijn voor beoordeling mate van brandwerendheid bestaande puiconstructies gepubliceerd (vervanger van de voormalige POV).

De benoemde richtlijn betreft een instrument om de brandwerendheid van bestaande puiconstructies vast te stellen. De richtlijn is te gebruiken, daar waar een beoordeling op basis wettelijk erkende kwaliteitsverklaringen (testrapporten) niet mogelijk is.

Doel van deze richtlijn is om een uniform hanteerbare beoordelingsmethodiek met een aanzienlijke mate van betrouwbaarheid te beschrijven. De brandwerendheid van bestaande deuren kan met behulp van de in deze richtlijn opgenomen handvaten visueel in combinatie met licht destructief onderzoek (bijvoorbeeld demontage slotkast) worden beoordeeld. Aanvullend hierop geeft de richtlijn (afhankelijk van de geconstateerde afwijkingen/tekortkomingen) tevens potentiële herstelwerkzaamheden aan om de brandwerendheid van de deuren op te waarderen.                    

De RvB-richtlijn beperkt zich tot de beoordeling tot en met 30 minuten brandwerendheid. Brandwerende puiconstructies van 60 minuten vallen op basis van de complexiteit van de materie buiten het toepassingsgebied. Voor de beoordeling van 60 minuten (of hogere) brandwerendheden kan een Expert Judgement (deskundigenbeoordeling) worden uitgevoerd.  

Een beoordeling op basis van de RvB-methodiek zal nooit gelijkwaardig zijn aan een puiconstructie conform een testrapport, omdat die deuren en kozijnen in een testomgeving zijn beproefd (en op basis van de proef zijn geclassificeerd). Echter, met behulp van deze richtlijn is het mogelijk om het benodigde inzicht te verkrijgen.

Een belangrijke nuance is dat de richtlijn geen alternatief voor wet- en regelgeving is. Aan beoordelingen op basis van deze richtlijn kunnen geen rechten worden ontleend over het voldoen aan het wettelijk kader. Het eventueel gebruiken van deze richtlijn bij herstelwerkzaamheden moet op voorhand worden geaccordeerd door het bevoegd gezag.

 

Beoordeling brandwerendheid deuren in bestaand vastgoed

De beoordeling van de mate van brandwerendheid van een bestaande deurconstructie betreft een complex vraagstuk, waarbij met behulp van de omschreven methodiek de samenstelling van de puiconstructie integraal wordt onderzocht. In het kader van deze analyse worden o.a. de onderstaande onderdelen van de deur belicht:

  • Taatsdeur, dubbele of enkele deurconstructies
  • Massief deurblad of deur met een vulling;
  • Dikte deurblad;
  • Type vulling deurblad;
  • Materialisatie kozijn;
  • Effectieve aanslag i.c.m. aanwezige naad rondom deurblad;
  • Vlakvulling;
  • Hang- en sluitwerk;
  • Aanwezigheid brandwerende strip.

 

Afbeelding 3: Samenstelling deur

 

Aan de hand van de in de methodiek opgenomen uitgangspunten en de in bijlage C van de richtlijn opgenomen stroomschema’s kunnen de bovenstaande componenten worden beoordeeld.

Op basis van de stroomschema’s kunnen grofweg een viertal conclusies worden getrokken:

  • De deurconstructie voldoet aan de gestelde brandwerendheidseis;
  • De deurconstructie kan met aanpassingen aan de gestelde brandwerendheidseis voldoen;
  • De deurconstructie voldoet niet aan de gestelde brandwerendheidseis en dient te worden vervangen;
  • Aanvullend onderzoek (Expert Judgement) is benodigd.

 

Leer meer over bouwkundige brandveiligheid

Mocht u meer inzicht willen krijgen in de toepassing van de beoordelingsmethodiek voor brandwerende deuren verwijzen wij u graag naar de opleiding ‘Specialist bouwkundige brandveiligheid’. Deze 3-daagse opleiding aangeboden door Obex geeft een volledig en integraal beeld van de bouwkundige brandveiligheidsvoorschriften en praktijktoepassingen.

Geschreven door Nick Warnshuis
Senior Consultant Brandveiligheid

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?