In het Bbl wordt onder een ‘woonfunctie voor zorg’ verstaan: woonfunctie waarbij aan de bewoners professionele zorg wordt verleend met een vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg.

Wanneer is er sprake van een georganiseerde koppeling? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om te kunnen spreken van een georganiseerde koppeling?

In de artikelgewijze nota van toelichting op het Bbl staat: “Bij een zorgclusterwoning of een groepszorgwoning gaat het om een groepering van zorgcliënten in specifieke woonvormen vanwege de professionele zorg die daar kan worden verleend. Er is sprake van een vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg. De zorgaanbieder neemt daarbij ook deels de verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid van de cliënt over.”

Helaas is niet exact omschreven wat een georganiseerde koppeling precies is. Maar er wordt, gezien de toelichting, in ieder geval mee bedoeld die plaatsen waar de aanbieder ook de verantwoordelijkheid heeft over de woonfunctie. Denk aan verzorgingsinstellingen, gehandicaptenzorg e.d.

Het zal echter afhangen van de specifieke omstandigheden van het geval hoe het uitpakt. Dat ligt bij het bevoegde gezag, normaliter in deze gevallen de desbetreffende gemeente.

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?